De Enkeling

Enkeling
In 1886 liet de Familie Terstege bij Fa. Bodewes te Martenshoek (gem. Hoogezand-Sappemeer) een ijzeren 2-mast zeilklipper bouwen. De afmetingen van de zeilklipper zijn 27,39 L x 5.09 Br, laadvermogen van 156,90 ton op 1,94 m. Het schip werd in 1904 voor het eerst geregistreerd in Rotterdam door de familie Suikerbuik, onder de naam "Zeven Gebroeders". In 1911 ging het schip over op hr. J. Dobbelaar.
In 1932 naam van het schip "Vier Gebroeders".
In 1937 werd Frans de Groot eigenaar, en zijn zoon Jan zette in 1958 het familiebedrijf voort, dat al 3 jaar daar voor omgedoopt was tot "Id".
In 1964 was F. van Driel de laatste die het schip als bedrijfsvaartuig kocht, onder de naam "Gre". In 1972 haalde C. Langendorff het schip uit de vaart.
Tussen 1976 en 1997 zijn Carla en Frank Teer begonnen om het ruim in te timmeren. Zij hebben het schip "Ezra" genoemd.

Enkeling Enkeling Enkeling

Rond 1920 is, na een aanvaring in het Kanaal Sas van Gent - Terneuzen de karakteristieke klipperkop vervangen door een steilstevenkop. In 1925 zijn masten en zeilen weggehaald, en er kwam een 2-cilinder 40pk INDUSTRIE 2IB5 met motornr. 300 in, leverdatum 27-03-1925. Er is toe ook gelijk een laad - / losboom geplaatst. In 1939 is de den 25 cm verhoogd, en er kwamen nieuwe merkels en luiken. De kosten voor deze investering bedroegen ƒ 1.000,00. Tussen 13 september 1944 en 6 juni 1945 is het schip gevorderd geweest door de Wehrmacht. In 1945 is de oorlogsschade gerepareerd door De Clerk te Terneuzen voor het bedrag van ƒ 4.574,40 (de maximale toekenning was ƒ 4.582,00). Dit bedrag behelsde casco, machines, inventaris, sleep- en bergingskosten en huisraad. In 1951 liet Frans de Groot een nieuwe motor plaatsen. Deze INDUSTRIE 2D4 80/85 pk (kosten ƒ 20.004,50) was een soort proefexemplaar waaraan de eerste 6 jaar heel veel reparaties zijn geweest.

Enkeling Enkeling Enkeling

Bijvoorbeeld de bouten waarmee de motor op het carter vast stond, braken regelmatig. Toen er sterke stalen bouten in waren gezet, scheurde het carter rechts voor op de hoek. Het nieuwe ondercarter paste beter. In 1979 is er weer een gebroken bout ontdekt. De motor is van 40 pk naar 80 pk opgevoerd d.m.v. toerenverhoging en een voorloper van de 'blower'. Het oliereservoir zat oorspronkelijk in de motor, aan de voorkant direct boven de carteldeksels. Door het opvoeren moest er ook een reductor achter de motor, omdat de schroef anders te snel ging draaien. De reductor is speciaal alleen voor deze motor gemaakt met een verhouding van 1:1_. In 1957 heeft het schip een kop-op-kop aanvaring met een coaster in het Amsterdam-Rijnkanaal bij Nigtevecht. De stuurboordkant van de kop, de boeiing en de ankerlier moesten worden vervangen.

Enkeling
In 1959 worden een salonroef en een nieuwe stuurhut geplaatst (ƒ 10.000,00).
In 1964 wordt door Van Driel de laadmast samen met de 6 pk Lister die hem aandreef eraf gehaald.
In 1972 haalt C. Langendorff het schip uit de vaart, en het wordt een woonschip.
In 1997 kochten Marco Mensink en Ljalja van Halderen het schip, en doopten het om tot "De Enkeling", naar een boek van Peter Jaspers.

Gegevens motor:
merk : INDUSTRIE
type : 2D4
vermogen : 80/85 e.p.k.
soort : 2 cilinder
omw./min. : 600
bouwjaar : 1951
motornr. : 4024
aflever datum : 09-02-1951
Enkeling Enkeling Enkeling Enkeling