Stella Maris

Stella Maris
De Luxe Motor is in opdracht van dhr. Antonie C. van der Meijden te Aalst (Gld) gebouwd op de werf De INDUSTRIE van de Gebr. Boot te Alphen aan den Rijn, onder bouwnummer 940. Het schip is te water gelaten op 4 september 1929 en gedoopt:

"DE ZES GEBROEDERS"

Gemeten in district/inspectie Gouda, met meetbrief Ga 2328 N, zijn de afmetingen van het schip: 24.08 lang x 4,52 breed x 1,52 diepgang en laadvermogen 83,730 ton.

Bij de nieuwbouw van het schip is de huidige 1IB6 INDUSTRIE 35 e.p.k. geïnstalleerd.

Stella Maris
Het vaargebied voor de Luxe Motor was voornamelijk Nederland.

Er is helaas niet zo heel veel bekend over de geschiedenis van het schip. Het werd in 1957 bij de notaris overgedragen aan Govert J. van der Meijden en in 1958 weer verkocht aan Adrianus A. Rijnbeek te Nes aan den Amstel, die het schip de naam "STELLA MARIS" gaf. Ik kocht het schip in 1969 en wist toen nog niet dat je de oude naam ook terug kon krijgen.

Voor mij is dat een hele lange periode, waar ik nog weinig van weet. Vóór de oorlog is er van alles mee vervoerd. Ik leerde van de zoon en dochter van G.J. van de Meijden, dat het schip in de oorlog werd gevorderd en na de oorlog is teruggevonden in Duitsland.

Stella Maris
De hoofdmotor is een 35 E.P.K. INDUSTRIE gloeikop met waterinjectie. De Friedmann smeeroliepomp is een keer kapot gegaan waardoor het hoofdlager eruit is gelopen. Met als resultaat een aan de binnenkant geheel "verzilverde" motor. Maar dat is bij Terlouw in de Spaanse polder in Rotterdam weer keurig netjes in orde gemaakt. De losmotor is een Claeijs 1-cylinder, die met lontjes moet worden gestart. Hij zit vast, heeft te weinig gedraaid in de laatste jaren, en moet opnieuw aan de gang worden gebracht.

Bij de koop werd mij verteld, dat er zand en grind mee was vervoerd en dat vaak door Amsterdam onder de bruggen door moest worden gekropen. Daarom was de mastkoker ingekort, de kop en de ankerlier deelbaar gemaakt en het stuurhuis een stuk verlaagd. Uit die tijd stamt ook het afbranden van het achterrandje van de roef. (Dat was toen het hoogste punt van het lege schip.) Op het herft heeft nog een poos een fornuis  gestaan, recht voor het roer. De uitlaat is vroeger rechtuit langs het stuurhuis naar boven gegaan. Dat is nog zichtbaar aan een ring in het dek. De vraag is of er ook een kacheltje in het vooronder heeft gestaan, want ook op het voordek zie je een ring in het dek zitten. Technisch heb ik sinds 1969 zo min mogelijk aan het schip veranderd. Alleen aanpassingen gepleegd, die nautisch technisch noodzakelijk waren. Als voormalig scheepselekticiën moest ik natuurlijk wel een nieuwe elektrische installatie aanleggen. Op de rivier voor Gorinchem zijn tegenwoordig voor een schip van deze lengte twee marifoons verplicht.

Ik vaar met het schip al meer dan 37 jaar in de pleziervaart. Toen ik nog op avondschool zat en in Rotterdam woonde gingen we vaak op vrijdagavond pas laat varen. Met olieverlichting. ?Via de Nieuwe Maas, Noord, Oude Maas, Dordtse Kil en Hollandsch Diep naar de Biesbosch en dan op zondagmiddag weer terug. (Veel met Scouting, de Baukje, Lischgroep 1 samen.) Een aantal reizen gingen naar het buitenland. Meestal België, door de Kempen. We zijn over de Maas in Frankrijk tot Charleville gekomen (door de tunnels en op de terugweg via het hellend vlak van Ronquières). Tot dertien meter omlaag geschut bij Ternaaijen. Zelfs kan ik zeggen in Duitsland te zijn geweest, maar dat beperkte zich tot Emden. Eigenlijk is altijd de Brabantse Biesbosch mijn vaargebied gebleven. De laatste jaren vaar ik wat minder.

In de loop der jaren doe je af en toe wel eens iets bijzonders. In opdracht van de sluiswachter achterstevoren af laten zakken door een volaan spuiende sluis van het Wantij naar de Nieuwe Merwede (Ottersluis). Een bijna afgeslagen motor, die van draairichting omkeerde bij het afmeren in de sluis in Stavoren. Regelmatig met afgebroken stuurhuis door de Oude Gracht in Utrecht en, vergelijkbaar, in 2004 onder het Rijswijkseplein door naar de Bierkade in Den Haag. Beschreven in de Bokkepoot.

Ook gaat niet alles goed in zo'n lange tijd. Want wie veel vaart maakt veel fouten. Het op de teen van de dijk belanden op de kop van de Oude Maas ?(losgetrokken door de Havendienst voor een bijdrage in de koffiepot), omhoog varen bij vallend water op een strekdam bij Hellevoetsluis (bij opkomend water weer schadevrij los) en dat soort dingen. Op weg naar Sail Amsterdam trok in 2005 een jacht achteruit van de remming recht voor de kop en voer ik voor de eerste keer schade waar de verzekering aan te pas kwam. Je leert ervan.

Het schip heeft in d'r pleziervaarttijd veel jonge mensen aardigheid op het water bijgebracht. Vanaf de tweede reis - de eerste was met de familie Rijnbeek - heb ik veel met Scouting aan boord gevaren. In al die jaren hebben honderden kinderen hun watersportervaring opgedaan in vletten van Scouting en daarbij bij mij aan boord geslapen. Voor vele kampen heeft de "STELLA MARIS" als wachtschip gefungeerd en heb ik mensen ermee leren varen.

Op dit moment, eind 2006, heb ik grote problemen op de ligplaats in Gorinchem. Tot twee keer toe heeft een buurman mijn schip zonder mijn medeweten en instemming van de gehuurde ligplaats verhaald en er een woonboot voor in de plaats gelegd. De overheid treedt daar niet tegen op. De gemeente blijft al tien jaar in strijd met de wet in gebreke het schip op te nemen in het bestemmingsplan of de gehuurde ligplaats formeel vast te leggen. Tot mijn grote frustratie legt de gemeente uitspraken van de rechter in Dordrecht naast zich neer. Ik heb het veel te druk met procederen en dat is aan het onderhoud van het schip te merken.

De INDUSTRIE IB draait als 77 jarige als de beste en ik hoop er nog vele jaren plezier aan te beleven.

Simon J. de Waard

Gegevens motor:
merk : INDUSTRIE
type : 1IB6
vermogen : 35 e.p.k.
soort : 1 cilinder
omw./min. : 360
bouwjaar : 1929
motornr. : 665
aflever datum : 23-09-1929